(In de hal besluit ze naar buiten te gaan en loopt de deur uit naar het zwembad)
Ze loopt naar het zwembad toe. Hier was ze nog niet geweest. Het lag er een beetje verlaten bij. Aan de ene kant misterieus, maar aan de andere kant alsof er gisteren nog in gezwommen was. Ze had geen schoenen aan en stroopte haar broek op en ging aan de kant zitten met haar voeten in het water. Ze was zo gaan zitten, dat ze nog wel een deel van de tuin kon zien, maar daar keek ze eigenlijk niet naar. Ze ging in het gras, waar ze nu in zat, liggen en liet haar voeten in het water. Kijkend naar de wolken die langzaam voorbij waaide en van vorm veranderde, werd ze rustig en moest nog moeite doen haar ogen open te houden, tot ze uiteindelijk ongewild in slaap viel.